Gevonden!
Ze bogen zich over het schriftje en de
plattegrond op Isa’s iPad. ‘We hebben nog een grote visvijver die tot een club
behoort en een kleine vijver in het bos. Wat denk je?’
Trude trok haar schouders op. Ze wilde niet
de verkeerde keuze maken, Lisette’s leven hing er vanaf.
‘Ze zijn alletwee even ver rijden. Als ik
Louis was en ik moest mijn vrouw ergens wegsteken, dan zou ik kiezen voor een
caravan ergens in een bos, ver weg van andere mensen.’ Trude knikte. De moed
begon haar in de schoenen te zakken. Maar Isa kreeg opnieuw energie.
Ze startte de wagen en reden in de aangegeven
richting. Volgens haar berekening zouden ze er binnen een half uurtje zijn. Het
schemer buiten ging over in duister. Pas nu bedacht ze dat ze beter een zaklamp
hadden meegenomen, maar het was nu te laat om terug te keren. Ze wilde nu niet
denken aan tegenslag. Dit moest goed gaan, het was Lisette’s enige kans.
Na een half uurtje bereikten ze de afslag
naar het bospaadje dat naar de visvijver leidde. Voorzichtig draaide Isa haar
grote Volvo het laantje in. Ondanks de droogte was het paadje niet echt goed
bereidbaar. Hoewel ze vaak vloekte op de afmetingen van haar wagen, was ze nu
blij dat Walter een paar maanden voor zijn dood nog een een SUV had gekocht. Ze
schakelde hem in de stand voor ruw terrein in de vering van de wagen deed zijn
werk. Het schokken werd minder en de auto reed ook stabieler door het laantje.
Na een paar honderd meter werden ze de weg
versperd door een gesloten poort. De sterke lichten van de wagen beschenen een
vervallen ijzeren geval maar ze werd wel afgesloten door een nieuwe, dikke ijzeren
ketting. Isa stapte uit en liep naar de poort. Ze bekeek ze langs alle kanten
en rammelde eens aan het slot, maar het was duidelijk dat ze langs hier niet
verder konden.
‘Wat nu?’ vroeg Trude die hun
avonturentocht stilletjes aan beu begon te worden. Ze verlangde naar haar zetel
en haar favoriete televisieserie.
‘We zullen de auto hier moeten laten staan
maar ik heb gezien dat naast de poort de omheining grote gaten vertoont. Langs
daar kunnen we binnen.’
‘Pardon? Het is zo donker als een hel in
dit bos, hoe denk je dat we ook maar iets kunnen zien?’
‘Ik laat de auto draaien en de lichten aan.
Op die manier kunnen we al een heel eind in het bos kijken. En verder zullen we
de lampjes van onze GSM’s moeten gebruiken.’
Isa deed de achterdeur van de auto open en
haalde er een deken uit. Ze stak haar GSM in haar BH om hem zeker niet te
verliezen en haar handen vrij te hebben. Daarna zette ze de lichten van de auto
in de hoogste en felste stand en sloot de wagen af.
‘Kom’ zei ze en liep met het deken naar de
zijkant van de poort. Daar vertrokken drie rijen prikkeldraad, maar zo’n drie stappen
verder was het middelste deel verslapt. Ze legde het deken over de middelste
prikkeldraad en hielp Trude om erover te kruipen. Even later kroop ook zij door
het gat.
Het bleek dat ze er goed aan gedaan had om
de lichten van de auto bij te stellen. De zandweg werd volledig verlicht tot
hij achter een bosje rododendrons verdween. Maar meer hadden ze niet nodig,
want even verder vonden ze een wit met blauwe caravan die zijn beste tijd gehad
had. Isa beduidde Trude om stil te zijn, maar die had geen aanmoediging nodig.
Het liefst van al was ze in de auto gebleven, maar ze liet zich niet kennen. Voorzichtig
liep ze achter Isa aan, zonder ook maar het geringste geluid te maken.
Rond de caravan lagen een visnet en
leefemmer en een stuk of wat gebroken hengels. Aan de bandensporen naast de
caravan kon Isa zien dat hier blijkbaar vaak een auto parkeerde. Meerdere
zelfs, dacht ze omdat ze verschillende bandensporen zag. Zouden ze dan toch
verkeerd zijn?
Ze liep op het raampje van de caravan toe,
maar de gordijntjes waren dicht. Ook voor de andere raampjes hingen gore rood
en wit geblokte gordijntjes die al in een eeuwigheid geen water en zeep meer
hadden gezien.
‘Zie je iets?’ piepte Trude. Isa schudde
het hoofd. ‘Nee, alle gordijntjes zijn dicht. Ik zal de deur eens proberen.’
‘Pas op!’ fluisterde Trude maar Isa liep al
op de deur van de caravan en probeerde ze open te maken. De caravan mocht dan
vervallen zijn, het slot werkte blijkbaar nog goed, want ze kreeg het niet
open.
‘Sttttt… ‘ zei Trude. ‘Ik hoor iets.’
‘Waar?’
Trude wees naar de caravan. ‘Daarbinnen!
Net of iemand mompelt!’
‘Verdorie!’ Isa rende naar het raampje. ‘Lisette,
ben jij dat? Ben je daar binnen?’
Ze legde haar oor tegen het venster en
hoorde gemompel.
‘Lisette, kan je tegen de kant van de
caravan stoten als jij het bent?’
Even later hoorden ze een doffe bonk. Dat
was voor Isa het teken om actie te ondernemen.
‘Hou vol Lisette, ik haal iets uit de auto
om de deur te openen. Nog even en we halen je hieruit.’
Isa haastte zich terug naar de auto en uit
de koffer haalde ze haar tas met gereedschap. Dit was de eerste keer dat hij nuttig
was. Met de zware tas klom ze opnieuw over de prikkeldraad en verloor bijna
haar evenwicht.
‘Trude, bel de politie. Ik probeer de deur
open te maken.’ En Isa ging aan de slag. Eerst met een gewone schroevendraaier,
maar toen dat niet lukte nam ze een grote schroevendraaier en een hamer. Ze
zette de schroevendraaier in de deurvoeg ter hoogte van het slot en gaf er met
de hamer een flinke tik op. Een tweede tik deed het slot kraken en een derde
klaarde de klus. Ze trok het deurtje open en een stank van vis, gemengd met
zweet en urine sloeg haar tegemoet. Ze haalde haar GSM uit haar BH en stak het lampje
aan. Ze scheen naar het andere einde, daar waar ze de doffe slag hadden gehoord
en wat ze daar zag benam haar de adem.
‘Trude, maak dat je hier bent!’ Ze haastte
zich naar de gedaante die vastgebonden en met een doek voor de mond op een vies
en onopgemaakt bed lag. ‘Trude, waar blijf je! Ik heb je nodig’
‘Isa, ik krijg hier geen verbinding met
mijn GSM!’ Toen Trude de gedaante op het bed zag, gaf ze een gil.
‘Rustig Trude, het is Lisette. Help me even
om die touwen los te maken en ga dan terug naar de auto. Desnoods wandel je het
pad af tot aan de weg maar je moet NU de politie en een ziekenwagen bellen.’
Wordt vervolgd ....
😱
BeantwoordenVerwijderen