maandag 13 april 2020

Isa Winter - Deel 20


S. Hermann & F. Richter via Pixabay

Gevonden!


Ze bogen zich over het schriftje en de plattegrond op Isa’s iPad. ‘We hebben nog een grote visvijver die tot een club behoort en een kleine vijver in het bos. Wat denk je?’
Trude trok haar schouders op. Ze wilde niet de verkeerde keuze maken, Lisette’s leven hing er vanaf.
‘Ze zijn alletwee even ver rijden. Als ik Louis was en ik moest mijn vrouw ergens wegsteken, dan zou ik kiezen voor een caravan ergens in een bos, ver weg van andere mensen.’ Trude knikte. De moed begon haar in de schoenen te zakken. Maar Isa kreeg opnieuw energie.
Ze startte de wagen en reden in de aangegeven richting. Volgens haar berekening zouden ze er binnen een half uurtje zijn. Het schemer buiten ging over in duister. Pas nu bedacht ze dat ze beter een zaklamp hadden meegenomen, maar het was nu te laat om terug te keren. Ze wilde nu niet denken aan tegenslag. Dit moest goed gaan, het was Lisette’s enige kans.
Na een half uurtje bereikten ze de afslag naar het bospaadje dat naar de visvijver leidde. Voorzichtig draaide Isa haar grote Volvo het laantje in. Ondanks de droogte was het paadje niet echt goed bereidbaar. Hoewel ze vaak vloekte op de afmetingen van haar wagen, was ze nu blij dat Walter een paar maanden voor zijn dood nog een een SUV had gekocht. Ze schakelde hem in de stand voor ruw terrein in de vering van de wagen deed zijn werk. Het schokken werd minder en de auto reed ook stabieler door het laantje.
Na een paar honderd meter werden ze de weg versperd door een gesloten poort. De sterke lichten van de wagen beschenen een vervallen ijzeren geval maar ze werd wel afgesloten door een nieuwe, dikke ijzeren ketting. Isa stapte uit en liep naar de poort. Ze bekeek ze langs alle kanten en rammelde eens aan het slot, maar het was duidelijk dat ze langs hier niet verder konden.
‘Wat nu?’ vroeg Trude die hun avonturentocht stilletjes aan beu begon te worden. Ze verlangde naar haar zetel en haar favoriete televisieserie.
‘We zullen de auto hier moeten laten staan maar ik heb gezien dat naast de poort de omheining grote gaten vertoont. Langs daar kunnen we binnen.’
‘Pardon? Het is zo donker als een hel in dit bos, hoe denk je dat we ook maar iets kunnen zien?’
‘Ik laat de auto draaien en de lichten aan. Op die manier kunnen we al een heel eind in het bos kijken. En verder zullen we de lampjes van onze GSM’s moeten gebruiken.’
Isa deed de achterdeur van de auto open en haalde er een deken uit. Ze stak haar GSM in haar BH om hem zeker niet te verliezen en haar handen vrij te hebben. Daarna zette ze de lichten van de auto in de hoogste en felste stand en sloot de wagen af.
‘Kom’ zei ze en liep met het deken naar de zijkant van de poort. Daar vertrokken drie rijen prikkeldraad, maar zo’n drie stappen verder was het middelste deel verslapt. Ze legde het deken over de middelste prikkeldraad en hielp Trude om erover te kruipen. Even later kroop ook zij door het gat.
Het bleek dat ze er goed aan gedaan had om de lichten van de auto bij te stellen. De zandweg werd volledig verlicht tot hij achter een bosje rododendrons verdween. Maar meer hadden ze niet nodig, want even verder vonden ze een wit met blauwe caravan die zijn beste tijd gehad had. Isa beduidde Trude om stil te zijn, maar die had geen aanmoediging nodig. Het liefst van al was ze in de auto gebleven, maar ze liet zich niet kennen. Voorzichtig liep ze achter Isa aan, zonder ook maar het geringste geluid te maken.
Rond de caravan lagen een visnet en leefemmer en een stuk of wat gebroken hengels. Aan de bandensporen naast de caravan kon Isa zien dat hier blijkbaar vaak een auto parkeerde. Meerdere zelfs, dacht ze omdat ze verschillende bandensporen zag. Zouden ze dan toch verkeerd zijn?
Ze liep op het raampje van de caravan toe, maar de gordijntjes waren dicht. Ook voor de andere raampjes hingen gore rood en wit geblokte gordijntjes die al in een eeuwigheid geen water en zeep meer hadden gezien.
‘Zie je iets?’ piepte Trude. Isa schudde het hoofd. ‘Nee, alle gordijntjes zijn dicht. Ik zal de deur eens proberen.’
‘Pas op!’ fluisterde Trude maar Isa liep al op de deur van de caravan en probeerde ze open te maken. De caravan mocht dan vervallen zijn, het slot werkte blijkbaar nog goed, want ze kreeg het niet open.
‘Sttttt… ‘ zei Trude. ‘Ik hoor iets.’
‘Waar?’
Trude wees naar de caravan. ‘Daarbinnen! Net of iemand mompelt!’
‘Verdorie!’ Isa rende naar het raampje. ‘Lisette, ben jij dat? Ben je daar binnen?’
Ze legde haar oor tegen het venster en hoorde gemompel.
‘Lisette, kan je tegen de kant van de caravan stoten als jij het bent?’
Even later hoorden ze een doffe bonk. Dat was voor Isa het teken om actie te ondernemen.
‘Hou vol Lisette, ik haal iets uit de auto om de deur te openen. Nog even en we halen je hieruit.’
Isa haastte zich terug naar de auto en uit de koffer haalde ze haar tas met gereedschap. Dit was de eerste keer dat hij nuttig was. Met de zware tas klom ze opnieuw over de prikkeldraad en verloor bijna haar evenwicht.
‘Trude, bel de politie. Ik probeer de deur open te maken.’ En Isa ging aan de slag. Eerst met een gewone schroevendraaier, maar toen dat niet lukte nam ze een grote schroevendraaier en een hamer. Ze zette de schroevendraaier in de deurvoeg ter hoogte van het slot en gaf er met de hamer een flinke tik op. Een tweede tik deed het slot kraken en een derde klaarde de klus. Ze trok het deurtje open en een stank van vis, gemengd met zweet en urine sloeg haar tegemoet. Ze haalde haar GSM uit haar BH en stak het lampje aan. Ze scheen naar het andere einde, daar waar ze de doffe slag hadden gehoord en wat ze daar zag benam haar de adem.
‘Trude, maak dat je hier bent!’ Ze haastte zich naar de gedaante die vastgebonden en met een doek voor de mond op een vies en onopgemaakt bed lag. ‘Trude, waar blijf je! Ik heb je nodig’
‘Isa, ik krijg hier geen verbinding met mijn GSM!’ Toen Trude de gedaante op het bed zag, gaf ze een gil.
‘Rustig Trude, het is Lisette. Help me even om die touwen los te maken en ga dan terug naar de auto. Desnoods wandel je het pad af tot aan de weg maar je moet NU de politie en een ziekenwagen bellen.’

Wordt vervolgd ....

1 opmerking: