zondag 12 april 2020

Isa Winter - Deel 18


Waar is ze?


Isa hoorde een auto stoppen voor het huis. Ze keek uit het raam en zag dat het de wagen van inspecteur Bastiaens was. Misschien had hij nieuws over Lisette. Ze gooide haar haakwerk in de mand die naast de zetel stond en haastte zich naar de voordeur. Net toen de bel ging, draaide ze aan de deurklink en opende de deur. Bastiaens stond nog met zijn vinger in de lucht te kijken naar de deur die als bij toverkracht open was gegaan, toen Isa hem binnen vroeg.
Bastiaens grinnikte. ‘Ik geloof dat u op nieuws zat te wachten.’
Isa lachte schaapachtig. ‘Tja, ik wil natuurlijk graag weten of u iets gevonden hebt, maar er is vanmorgen eigenlijk een last van mijn schouders gevallen.’
‘Was het dit waarmee je in je hoofd zat? Had je in het slachtoffer trekken herkend van de uitbaatster van de krantenwinkel?’
Isa dacht hier even over na. ‘Ik denk dat ik altijd het gevoel heb gehad dat ik hem al eens ergens gezien had, maar dat kon echt overal zijn. Bij de bakker, in de supermarkt, iemand die hier aan de deur kwam, …. Het stoorde me maar niet bovenmatig. Dit is eigenlijk één van de losse eindjes die ik voor mezelf wilde instoppen. Maar het lange stuk draad waar ik mee worstelde is nog steeds niet ingestopt. En ik begin me stilaan af te vragen of ik het me niet verbeeld heb.’
‘Nee’, Bastiaans was hierover zeer beslist. ‘Nee, ik ken u nog niet zo heel lang maar lang genoeg om te weten dat u een heel nuchtere dame bent die geen dingen verzint. Als u het gevoel hebt dat er nog iets was dan is dat zo. En we zullen er wel achter komen ook. Ik veronderstel dat u graag wil weten wat er ondertussen gebeurd is?’
Isa knikte. ‘Maar mag u dat wel? Ik bedoel, in het kader van een lopend onderzoek en dergelijke….’
‘Dat klopt, als het tot een rechtszaak komt dan willen we uiteraard geen procedurefouten begaan, maar u bent geen journalist of iemand die rechtstreeks betrokken is bij de misdaad, u bent eerder een informant.’ Hij glimlachte.
Isa vond het wel spannend dat ze als informant beschouwd werd. En uiteraard wilde ze alles weten, maar haar achtergrond als advokate waarschuwde haar dat er grenzen waren aan wat de politie kon en mocht.
‘OK, tot waar bent u mee?’
‘Wel, we zijn de zus van Lisette gaan opzoeken en daarna heb ik u verteld dat één en ander niet klopte.’
‘Juist, wel we zijn eens een paar dingen nagegaan en we vonden toch een paar vreemde zaken. Zo blijkt inderdaad niemand mevrouw Roosen nog gezien te hebben na die maandagavond, de avond voor u dat lijk vond. We hebben uiteraard ook met haar zus gepraat maar die vertelde hetzelfde als ze tegen u gezegd heeft.
‘En toen vond u het tijd om eens te gaan kijken in de krantenwinkel?’
‘Juist, we hadden een huiszoekingsbevel omdat het wel heel toevallig was dat de vrouw verdween op het moment dat we een lijk vinden. In eerste instantie dachten we dat zij iets te maken had met haar dood, maar er zijn nu toch aanwijzingen dat dit niet zo is. Haar man werkte niet mee. Hij bleef bij zijn verhaaltje dat ze naar haar zus was, terwijl de zus zegt dat hij heel goed weet dat ze geen drie maar twee kinderen heeft en dat die al lang het huis uit zijn. Een bezoekje aan het bevolkingsregister bevestigde al snel de versie van mevrouw Roosen.’
‘En hebt u iets gevonden bij de huiszoeking?’
Bastiaens knikte. ‘Maar daar mag ik jammer genoeg niks over zeggen. Eens we zekerheid hebben beloof ik u dat u de eerste zal zijn aan wie ik het vertel. Hoe dan ook, we vonden het verstandig om de heer Aerts mee te nemen voor ondervraging. Hij weigerde elke medewerking en wilde ook geen advokaat dus heeft de onderzoeksrechter beslist om hem voorlopig onder aanhoudingsmandaat te plaatsen.’
‘Denk je dat hij Lisette iets aangedaan heeft?’
‘Wie zal het zeggen? We vonden geen spoor van de dame. Uiteraard hebben we in hun appartement haar kleren en andere zaken gevonden. Maar het is net of ze op een gegeven moment in rook is opgegaan.’
‘En het lijk?’
‘Dat wordt nu onderzocht maar ik denk dat u gelijk heeft. Ik heb vanmorgen nog even naar mevrouw Ginette Roosen gebeld om te vragen of ze een broer had en ze kon dat bevestigen. Zijn naam is Fred maar ze heeft hem en zijn vrouw al meer dan twintig jaar niet meer gezien. Dus ze kon ons ook niet vertellen of hij de man op de foto was. We hebben van haar een DNA staal afgenomen en ik verwacht dat we tegen de avond uitsluitsel zullen hebben.’
Isa zuchtte. ‘De puzzelstukjes beginnen stilaan in elkaar te vallen. Er zitten nog wel heel veel gaten in, maar ik veronderstel dat u die snel zal kunnen opvullen.’
Bastiaens knikte. ‘Uiteindelijk zullen we wel te weten komen wat er gebeurd is, maar sommige zaken kunnen heel lang aanslepen.’
‘Weet u wat ik denk?’ Isa was opgestaan en liep naar haar crime board. ‘Ik denk dat het als volgt is gegaan. Op een avond krijgt Lisette bezoek van haar broer. Hoe heet die trouwens?’
‘Fred. Fred Roosen.’
‘Goed, ze krijgt bezoek van haar broer Fred. Dan kunnen er twee dingen gebeurd zijn. Piste één is die waarbij ze ruzie krijgen, Lisette een pistool boven haalt en haar broer doodschiet. Vermits Louis ook in dat huis woont moet hij daarvan weten. Als het piste één is dan heeft hij Lisette ook geholpen om het lijk te verplaatsen. Daarna verdwijnt Lisette en met de hulp van Louis hangt ze een verhaaltje op. Er zijn een aantal dingen die tegen deze piste pleiten. Ten eerste zou er behoorlijk wat bloed gevonden moeten zijn in het appartement van Louis en Lisette, ten tweede is Louis medeplichtig en ten derde zou Lisette een geloofwaardiger verhaal verzonnen hebben. Zij wist alleszins zeker dat Ginette maar twee kinderen heeft.’
‘En wat is piste twee?’
‘Hmmm… ik bedenk me net iets.’
‘Is dat piste twee?’
‘Nee, maar dat zou piste twee verklaren.’ 

Wordt vervolgd....

1 opmerking: