zondag 12 april 2020

Isa Winter - Deel 17


Voor het eerst in haar gehuwde leven brak Isa met haar ochtendroutine. Ze liep niet eerst naar de keuken om het Nespresso apparaat aan te zetten maar wel naar het grote raam in de woonkamer om te kijken of Trude de rolluiken al had opgetrokken van haar huisje. Dat bleek het geval te zijn dus zocht ze haar nummer en drukte op het knopje met de groene hoorn. Het signaal ging drie keer over voor ze een nog slaperig “hallo” hoorde aan de andere kant.
‘Trude, ik ben het. Ik weet wie die man is!’
‘Euh, man? Welke man?’ Isa hoorde de slaap in Trude’s stem. Het leek wel of ze maar juist wakker was en dat was al even abnormaal als Isa die zich oversliep.
‘De man in de schoorsteen? Wie dacht je dat ik bedoelde, die man die hier tussen mijn delphiniums en phloxen lag natuurlijk’
Trude was meteen klaar wakker. ‘Geef me 5 minuten en ik kom naar je toe.’
Isa staarde naar haar telefoon. 5 minuten was zelfs voor Trude snel, ze moest wel heel nieuwsgierig zijn. Ze haastte zich naar de keuken en zette alles klaar voor de koffie. Net toen ze de lepeltjes uit de lade haalde, ging de bel. Ze zette het eerste kopje onder het apparaat en drukte op het knopje. Daarna liep ze op een drafje naar de voordeur.
Trude had duidelijk in zeven haasten haar toilet gemaakt. De kraag van haar wollen jasje zat omgevouwen in haar nek, haar rok hing scheef en het anders zo zorgvuldig opgemaakte haar was nu stijl achterover gekamd. Isa moest moeite doen om niet te lachen, maar ze liet haar vriendin binnen en liep met haar naar de keuken.
‘Vertel’ zei Trude buiten adem terwijl ze zich op een keukenstoel neerplofte. ‘Wie is die man!’
Isa had ondertussen een tweede kopje koffie gezet en kwam ermee naar de tafel. ‘Ik ken zijn naam niet maar ik denk dat ik weet waar we die moeten gaan zoeken. Zie je, vannacht had ik toch zo’n rare droom. Inspecteur Bastiaens kwam langs maar hij zag eruit als die kleine Belgische detective uit de Agatha Christie verhalen, Hercules Poirot. Hij kwam thee drinken in de tuin en hij zei “Moord en Foto’s”. Isa dronk even van haar koffie om de woorden te laten doordringen bij Trude.
‘“Moord en Foto’s.’ En wat zei hij nog meer?’
‘Niets meer, alleen maar dat’ Ze keek haar vriendin aan over de rand van haar kopje.
‘En dat was voor jou genoeg om te weten wie die man was?’
‘Nee, natuurlijk niet. Wacht, ik denk dat je het beter voor jezelf ziet.’ Ze stond op en naar Trude mee naar de veranda en zette haar voor het crimeboard. Ze nam haar iPad en zocht de foto van Lisette in de krant op. Daarna hield ze haar iPad naast de foto van de dode man. ‘Kijk, zie je het?’
Trude had de armen over haar boezem gekruisd en stond met een scheef hoofd naar de foto’s te kijken. ‘Wat moet ik zien’ Ze begon een beetje kriegelig te worden, waarom zei Isa niet gewoon wie hij was.
‘Kijk alleen maar naar de vorm van de neus, de ogen en de mond, geef de man desnoods het haar van Lisette…’
Langzaam begon het bij Trude te dagen. Een paar tellen later zag ze het ook, de ongelofelijke gelijkenis tussen de man en Lisette.
‘Isa!’ Haar adem stokte en ze greep naar de keel. ‘Je wil toch niet zeggen…. ‘
Isa knikte haar bemoedigend toe. ‘Je wil toch niet zeggen dat Lisette eigenlijk altijd een man geweest is en dat de dode man in werkelijkheid de vrouw van Louis was?’ Isa wilde knikken omdat ze dacht dat Trude dezelfde conclusie zou maken als zei. Toen het tot haar doordrong dat de veronderstelling van haar vriendin nog gekker was dan die van haarzelf, bleef haar hoofd ergens halverwege een knik hangen en ging over in een neen.
‘Waaaat? Nee, natuurlijk beweer ik dat niet! Trouwens, ik denk wel dat de wetsdokter het wel gezien zou hebben als het lijk een vrouw was in plaats van een man.’
‘Euh nee, dat bedoelde ik niet. Ik bedoelde dat Lisette eigenlijk altijd een man is geweest’ zei Trude schaapachtig. Ze besefte nu ook dat dit een beetje ver ging,
‘Nee, kijk. De man en de vrouw lijken als twee druppels water op elkaar. Ik denk dat ze familie zijn. Ofwel is hij haar broer ofwel een neef of zo. Maar ik denk dat we daar moeten gaan zoeken.’
‘Heeft Ginette niets gezegd over een broer?’
‘Nee, maar dat is ook niet zo uitzonderlijk. Kapsters antwoorden alleen op vragen van klanten, ze zullen bijna nooit uit zichzelf iets persoonlijks zeggen.’
‘En wat ga je nu doen? Opnieuw naar Ginette’s kapperszaak rijden?’
Isa schudde het hoofd. Nee, dat klusje zou ze overlaten aan inspecteur Bastiaens. Het was tenslotte zijn zaak en zijn lijk. En terwijl Trude het laatste restje koffie opdronk, belde Isa de inspecteur.

Op één of andere manier was er een rust over Isa gekomen, nu ze wist wie de man in het perk was. Of tenminste wie hij mogelijks was. Het mysterie was nog niet volledig opgelost, zo wist ze niet waar hij vermoord was en waarom hij nu juist in haar perk terecht kwam. Maar de taak die ze zichzelf tot doel had gesteld was ten einde gekomen. Want ze besefte nu dat ze van bij het begin van deze gekke zaak de indruk had dat ze de man kende, hoewel ze er langs de andere kant zeker van was dat ze hem nog nooit had ontmoet.
Die middag ging ze in de grote Chesterfield stoel bij het raam zitten en nam haar haakwerk op haar schoot. Isa hield ervan om haar handen bezig te houden. Tot voor een paar jaar was dat voornamelijk met breien geweest. Ze had massa’s truien gebreid voor Jonas, haar kleinzoon. En sokken voor Tim, haar schoonzoon. Die was nog in het leger geweest en zwoer bij de echte wollen sokken van Defensie en die nergens anders te krijgen waren. Dus toen zijn sokken gaten begonnen te vertonen, had Isa aangeboden om nieuwe te breien. Toen hij ze op kerstavond uitpakte, straalde zijn gezicht. Ze had nog nooit iemand zo gelukkig gezien met een paar sokken. Er kwam een glimlach over haar gezicht toen ze eraan dacht. Ze weet nog dat Walter een beetje ruzie had gemaakt met haar. Sokken waren toch geen kerstgeschenk? Maar Isa wist beter en ze had gelijk gekregen ook.
Een paar jaar geleden begon ze last te krijgen van haar schouder. Walter zei dat het de ouderdom was, maar de dokter had een andere diagnose namelijk arthrose. En die had ze waarschijnlijk gekregen door haar arm te veel te belasten. Ze was overgeschakeld op haken. Daarbij werd haar schouder niet belast en dat gaf even veel voldoening als breien. In het begin had ze enkel sjaals en mutsen gehaakt. Daarna had ze een deken voor Jonas gehaakt. Zo’n deken met mouwen waar je helemaal in kon kruipen als je op de zetel lag. En ze had op de voorkant het logo van Superman geborduurd. Jonas was de koning te rijk.
Nu haakte ze een kanten tafelkleed voor op de mooi geboende eikenhouten tafel in de eetkamer. Het zou bestaan uit allemaal vierkantjes die ze later met een speciale steek aan elkaar zou haken, waardoor je het idee kreeg dat ze door een ragfijn net bij elkaar gehouden werd.

Wordt vervolgd ... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten