zaterdag 11 april 2020

Isa Winter - Deel 14

Isa had zich ondertussen in de stoel aan de wastafel geïnstalleerd en babbelde er vrolijk op los. Ongemerkt vroeg ze Ginette uit.
‘Goh, zo mooi weer hebben we de laatste dagen. Jammer voor de kinderen die nu moeten studeren, hé. Ik denk dat de meesten liever naar het zwembad zouden gaan of naar de speeltuin.’
Ginette deed mee zoals van een kapster verwacht wordt.
‘Mijn dochter heeft alle moeite om ervoor te zorgen dat ze op z’n minst een paar uur studeren voor ze buiten spelen. Hebt U kinderen?’
De kapster glimlachte. ‘Ja, maar ik heb daar gelukkig geen last meer van. Mijn twee meisjes zijn al het huis uit’
‘Ja, ik heb er maar één en die is ook het huis uit, maar toen ze nog kleiner waren had ik het geluk dat mijn zus vlak in de buurt woonde. Die had nog geen kinderen dus die kwam me regelmatig helpen’
‘Dat zou voor mijn zus moeilijk zijn geweest. Ziet u, ze heeft al even lang als ik een zaak dus ze had het minstens even druk als ik. En daarbij, ze woonde ook een heel eind van hier.’
Isa merkte dat de zus het woord “woonde” gebruikte… verleden tijd.
‘Sorry dat ik het zeg, maar u spreekt over haar in de verleden tijd. Is ze….’ Ze was zo kies om het niet uit te spreken.

Ginette schoot in een lach. ‘Hahaha, nee beslist niet. Lisette is zo levend als maar zijn kan. Ik bedoel toen onze meisjes nog kleiner waren dan had zij haar zaak al en die is een eindje hier vandaan. Dus ze kon niet helpen als het nodig was. Maar nu moet ik wel zeggen dat ik met mijn meiden weinig last had hoor.’
‘Oh, mijn excuses. Ik had niet de bedoeling….’ Isa stammelde wat, ze dacht dat ze daar op haar leeftijd wel mee weg zou geraken. ‘Maar u ziet uw zus toch nog vaak hoop ik.’ Ze haalde een zakdoekje uit haar tas en depte een denkbeeldige traan weg. ‘Ziet u, ik heb mijn zus al meer dan tien jaar niet meer gezien. Na de dood van haar man leerde ze iemand anders kennen die haar meenam naar Canada. Sindsdien heb ik haar niet meer gezien.’
Ginette liet wat medelevende geluidjes horen. Isa vermoedde dat dit bij de kappersopleiding hoorde want ze had nog nooit ergens haar kapsel laten doen zonder dat ze een niet aflatende stroom van woorden over zich heen had laten gaan. Ze bedacht dat een kapsalon de ideale plaats was om geheimpjes te ontdekken. Als de dames er zelf niet over vertelden was er wel een “vriendin” die zo vriendelijk wilde zijn om wat te roddelen.
‘Ja hoor, ik zie ons Lisette nog regelmatig en da’s niet altijd gemakkelijk met onze zaken.’
‘Is het toevallig dat jullie alletwee een zaak hebben? Of was dat al een kinderdroom?’
‘Nee, toen onze opa stierf heeft hij ons beiden een mooie som geld achtergelaten. Mijn vader vond dat we dat het beste in een zaak konden steken. Ik had bijna mijn kappersopleiding beëindigd en Lisette was al aan de slag als secretaresse. Dus besloten we beiden om een zaak te kopen. Ik hier in mijn eigen dorp en Lisette in het dorp van de man die ze had leren kennen. Ze is er een jaar later ook mee getrouwd. Ik moet zeggen, het is hard werken het heeft ons geen van beiden windeieren gelegd. We spraken er zelfs over om stilaan onze zaak te verkopen en te gaan genieten van het leven. Mijn man gaat dit jaar met pensioen dus dat kwam goed uit, maar ik denk dat Lisette nog een paar jaar doordoet. Haar man is er nog niet klaar voor om te gaan rentenieren.’

Een half uurtje later kwam Isa mooi gekapt en met een boel informatie naar buiten. Ze stak het plein over en stapte de tea room binnen waar Trude al aan haar derde koffie bezig was. De dames besloten om daar de lunch te nemen, Isa had nog geen zin om nu al naar huis te rijden. Terwijl ze wachtten op hun bestelling bracht ze haar vriendin op de hoogte.
‘Dus de uitleg die Louis mij gegeven heeft klopt niet. Ten eerste heeft Ginette geen gebroken been en ten tweede heeft ze maar twee kinderen! Meisjes die het huis al uit zijn. En ze heeft Lisette al meer dan een week niet gehoord of gezien!’
Toen de broodjes werden gebracht overdacht Trude de hele situatie. ‘Ik snap er niks meer van.’
‘Ik wel! Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel is Lisette er gewoon uitgetrokken en heeft tegen niemand iets gezegd. Ofwel is er iets met Lisette gebeurd en is ze opgesloten of erger nog vermoord’
‘Seg! Doe niet zo akelig!’ Trude kon niet geloven dat iemand die ze kende de hoofdrol speelde in Isa’s fantasieën.
‘Wacht, ik zal het uitleggen. Als Lisette gewoon weggelopen is dan zou ze waarschijnlijk iets tegen Ginette gezegd hebben. Dat is niet zo want zij heeft al meer dan een week niets van haar zus gehoord. Ze heeft die morgen nog naar Eva gebeld maar ze heeft er niks over gezegd dat ze eruit zou trekken.’
‘Akkoord, het is raar dat haar zus niets weet, maar waarom zou ze dat aan Eva vertellen?’
‘Ze belde wel om te zeggen dat er een lijk tussen mijn bloemen lag! Maar goed, ik geloof niet echt dat ze weggegaan is. Ik denk dat er meer aan de hand is. Louis heeft duidelijk gelogen. Ik zou nog kunnen geloven dat hij dat ook zou doen als ze eruit trok, maar niet dat hij nu alle dagen in de winkel staat. In dat geval zou hij toch gewoon een bord aan de winkel hangen met de tekst “Gesloten wegens familiale omstandigheden” of zoiets.

Trude spoelde het laatste restje van haar broodje weg met een slok koffie. ‘Dat mag nu allemaal wel leuk zijn en zo, maar wat heeft de verdwijning of mogelijke verdwijning van Lisette nu te maken met dat lijk in de tuin? Of ben je nu met twee zaken tegelijk bezig?’
Isa moest haar het antwoord schuldig blijven. Ze rekende af en verlieten het slapende dorpje in het Pajottenland. 



Gearresteerd?

Twee dagen gingen voorbij en Lisette was Was nog steeds niet opgedoken. Hun uitstapje naar het Pajottenland had hen duidelijk gemaakt dat Louis van de krantenwinkel loog, maar meer dan dat wisten ze niet. Isa en Trude wisselden elkaar af in de buurt. Ze liepen de bakker en de slager plat, dronken een koffietje in het café aan de overkant en wandelden kilometers in de straat en de omgeving.
Linda’s moeder deed nu extra haar best om de straat in ’t oog te houden, maar ook zij zag geen teken van leven. Het moet gezegd dat ze het plots veel leuker vond om voor het raam te zitten. Ze had een notitieblokje naast zich op het bijzettafeltje gelegd en ze noteerde iedereen die kwam en ging. Behalve de normale klanten van de krantenwinkel.
Wordt vervolgd...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten