vrijdag 27 maart 2020

Isa Winter - Deel 5

Photo by Daria Shevtsova from Pexels
Toen ze Trude had buitengewerkt begon ze eindelijk aan haar dagtaak. In haar ogen was het onvergeeflijk dat ze de was een paar uur te laat in de wasmachine stopte. Ze was gewend aan orde en regelmaat en dat stomme lijk in haar tuin had alles gewoon overhoop gehaald. Ze wist niet of ze boos of nieuwsgierig moest zijn. Ze dacht het tweede want bij alles wat ze die dag ondernam moest ze denken aan de man van middelbare leeftijd die een voortijdig einde had gevonden in haar bloemenperk.
De telefoon stond die dag roodgloeiend. Tijdens het middagnieuws hadden vrienden en familieleden de beelden van haar huis gezien, van de politie en van de mannen met witte pakken die haar voortuin omwoelden. De omroeper sprak van een lichaam dat hoogst waarschijnlijk geen natuurlijke dood was gestorven.

Ook de kranten brachten in hun namiddageditie het verhaal van het lijk tussen de Phloxen maar niet elke journalist was even fijngevoelig. Dat ontdekte Isa toen ze rond een uur of vier de deur van de krantenwinkel open duwde. Het belletje aan de deur kondigde haar komst aan en een geur van tabak, kranten en snoep kwam naar tegemoet. Louis, de uitbater kwam van achter het gordijn met kleurrijke linten de winkel binnengesloft. Toen hij Isa zag schrok hij even.

“Isa! Alles goed met jou? Ik las net in de krant dat....” Hij wist niet hoe hij verder moest gaan. Sinds bekend was geworden dat er in de buurt een moord was gepleegd, was de roddelmolen op gang gekomen. Ze werden daarbij natuurlijk op weg geholpen door journalisten die verder niet veel om handen hadden en allerlei theorieën spuiden. Zo zou het gaan om een afrekening in het milieu. Een ander dacht dat het iets met drugs te maken had. Nog een ander had uit goede bron vernomen dat de eigenaresse van het huis verwikkeld was in een circuit van mensenhandelaars.
Louis’ klanten moesten zelf niks bedenken. Ze kregen het aangereikt op een schoteltje. Natuurlijk was Isa geen crimineel met een geheim circuit, maar ze wist duidelijk meer. Waarom lag het lijk anders in haar tuin?  Had ze hem zelf neergeknald omdat hij wilde inbreken? Louis had geprobeerd om de neutraliteit te bewaren, maar al snel werden de wildste theorieën geopperd. Had Isa geldproblemen en was het zo één van die louche mannen waar je geld kon lenen? En misschien had ze niet op tijd betaald en kwam hij haar nu afpersen? En had ze hem in de voortuin doodgeschoten?
Een andere klant zei dat het nonsens was. Ze woonde drie huizen verder en ze had geen schot gehoord. Ze wist uit ervaring dat een knal uit een revolver echt wel ver te horen is, haar man was namelijk sportschutter en af en toe ging ze mee. Maar misschien had Isa wel een speciale vriend. Bij het woord “speciale” maakte ze aanhalingstekens met haar vingers. En misschien was er ruzie en heeft ze hem gedood.
Louis merkte op dat dit scenario niet verklaarde waarom niemand het schot had gehoord dus dat het nonsens was. Maar de buurt smulde van het drama dat had plaatsgevonden in de Leliestraat 25. En het zag er niet naar uit dat het geroddel snel zou stoppen.

Isa stelde Louis gerust. Alles was in orde met haar, ze was alleen boos op die man die zich had laten ombrengen. De uitbater van de krantenwinkel knikte meewarig het hoofd. Langs de ene kant had hij met de vrouw te doen, maar aan de andere kant was dit goed voor de zaak. Meer mensen kwamen langs, meestal om de laatste roddels te horen maar uit eerlijke schaamte kochten ze een krant, een magazine of soms alleen maar een stuk chocola.
“Weet je wie het slachtoffer is?” vroeg Louis, terwijl hij Isa’s krant afrekende.
“Totaal geen idee, maar ik heb hem dan ook niet goed bekeken. Ik moest van de politie uit de buurt blijven.”
“Hebben ze jou dan geen foto laten zien? Je weet wel, zoals bij CSI op televisie. Ik vind dat die foto’s er altijd goed uitzien, je kan echt zien dat die mensen niet dood zijn. Ik heb ooit eens een tante gehad die in een open kist begraven werd. Daar kon je dus echt wel aan zien dat ze dood was.” Hij hield een beetje beschaamd de mond.
“Nee, maar ik verwacht dat de politie nog wel es terug zal komen. In hun plaats zou ik nog een heleboel vragen stellen denk ik.”
“Over wat je weet?”
“Ik weet niks, dat is juist zo frustrerend!” Isa hief de handen op in een gebaar van onmacht. “Ik wou dat ik wist wie die man was. Ik wou dat ik wist waarom hij juist in mijn tuin lag en ik wou dat ik wist wie hem had doodgeschoten. Dan zou ik mezelf niet zoveel vragen stellen”
Louis knikte. “Hij is niet voor je deur doodgeschoten, nietwaar?”
Isa keek de man bevreemdend aan. “Hoe bedoel je?”
Hij besefte dat hij beter had gezwegen. Hij stak zijn vinger tussen de kraag van zijn hemd want plots had hij een beklemmend gevoel. “Ik bedoel maar, als je een schot lost in een straat dan heeft toch iedereen dat gehoord?”

Isa wist dat hij niet voor haar deur was doodgeschoten, maar ze vond het raar dat Louis tot die conclusie zou komen. Er was geen aanleiding voor. Zou het iets betekenen?. Ze moest snel naar huis en aantekeningen maken. Ze nam afscheid van Louis, deed de groeten aan zijn vrouw Lisette en haastte zich de winkel uit.

Wordt vervolgd...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten